Refr. Adam, waar ben je ?
Adam, mijn zoon.
Adam, waar ben je ?
Kom maar gewoon.
Adam, waar ben je ?
Ik mis je zo !
Adam, waar ben je ?
Adam, mijn zoon.

1. Vanaf het allereerste
Moment heb ik je lief.
Mijn lieve kleine jongen.
Je bent mijn hartendief.
Ik sloot je in mijn armen,
In mijn hart voor altijd.
Ik blijf op je wachten.
Ik wil je nooit meer kwijt !

2. Al kun je mij niet zien nu.
In gedachten zie ik jou.
Kom toch naar mij terug kind.
Je weet da’k van je hou.
Ik sluit je in mijn armen,
In mijn hart voor altijd.
Ik zal je weer omhelzen.
Ik wil je nooit meer kwijt !

Bridge :
Ik wil zo graag naar huis toe.
Daar was het warm en fijn.
Altijd genoeg te eten.
Daar kan ik niet meer zijn.
Vader, ik wil naar huis toe.
Vader, ik heb zo’n spijt.
Ik kan niet meer uw zoon zijn.
Dat is verleden tijd !

3. Mijn kind, je was verloren,
Mijn angst was o, zo groot.
‘k Was bang je te verliezen,
Ik dacht : nu ga je dood !
Laten we dit vieren.
Mijn zoon is weer bij mij.
We vieren een groot feest nu.
Ik ben dankbaar en zo blij !

Eind refrein :
Adam, daar ben je ?
Adam, mijn zoon.
Adam, daar ben je ?
Kom maar gewoon.
Adam, daar ben je ?
Mijn eigen kind
Adam, kom blijf nu,
Je wordt door mij bemind !

Tegenstem refr. :
Vader, ik wil U dienen.
Vader, ik schaam me zo.
Ik moet het eerst verdienen.
Ik ben geen goede zoon !